Waarom vieren we eigenlijk nieuwjaarsdag op 1 januari? Ongeveer in het midden van de 16de eeuw begon Nieuwjaar op een andere datum in verschillende streken: op 1 maart, op Pasen, op kerstdag óf zelfs op 1 januari. De Franse koning Karel IX besliste in 1563 dat 1 januari voortaande officiele nieuwjaarsdag zou zijn. Op 16 juni 1575 nam Luis de Requesens y Zúñiga dezelfde beslissing voor de Zuidelijke Nederlanden.
Na de invoering van de Gregoriaanse kalender in 1582 haalde 1 januari het als nieuwjaardag in steeds meer landen in Europa en daarna de wereld (met vandaag nog steeds als grote uitzondering het Chinese nieuwjaar).
Oorspronkelijk werd in sommige streken acht dagen na Kerstmis de besnijdenis van Christus herdacht, maar hieraan wordt eigenlijk al lange tijd geen aandacht meer geschonken. Nieuwjaar is dus geen uitsluitend christelijk feest, want alle levensbeschouwingen vieren namelijk de overgang van oud naar nieuw, ieder met zijn eigen motivatie.
Jaarwisseling
Het vieren van de overgang van oud naar nieuw (ook wel jaarwisseling genoemd) vangt aan op oudejaarsavond. Sommigen spreken van Silvesteravond, naar de gelijknamige paus uit de vierde eeuw. De heilig verklaarde paus wordt door katholieken immers op 31 december gevierd, wat tevens ook zijn sterfdag is. Op oudejaarsavond komen families en vrienden vaak bijeen voor een uitgebreide feestmaaltijd.
In tegenstelling tot op kerstavond kiezen heel wat mensen ervoor om uit eten te gaan in één van de vele restaurants die een oudejaarsmenu aanbieden. Volgens een recente studie van Oivo zou het gaan om één op de tien feestvierders. Oudejaarsavond is dan ook minder een familieaangelegenheid en wordt niet uitsluitend thuis gevierd. Wanneer men zelf geen vuurwerk afsteekt dan trekken veel mensen rond middernacht naar het centrum van de stad om het vuurwerk te bewonderen. Sommigen gaan daarna nog uit en dansen tot in de vroege uurtjes.
Belgische traditie
België heeft een traditie die geen enkel ander land heeft op 1 januari. De Nieuwjaarsbrief wordt dan opgelezen. De nieuwjaarsbrief wordt en werd alleen maar op 1 januari voorgelezen voor de ouders, meter en peter, dikwijls met trillende handen en knikkende knieën, stotterend, en haperend, soms eens met de slappe lach, verlegen en of met rode kaken, want voor een kind in het bijzijn van de familie een plechtig maar toch wel zenuwachtig gedoe!. Na het lezen van de brief kreeg je spontaan applaus. Je gaf je brief dan af, aan diegene waar je hem voor geschreven had. Van de ouders, meter peter, kreeg je dan een dikke cent of een geschenk. Na het nuttigen van een taartje en een drankje, was die mooie dag weer voorbij.